Terug naar Schijndel 1880-1940

 

Hoofdstuk 5 – Overheid

 

Publieke voorzieningen

Al in 1863 was er in sommige straten in het centrum een gasverlichting. Maar na een brand in de, midden in het dorp gelegen, gasfabriek werd het veiliger gevonden om de gasfabriek te sluiten en maar weer op bronolie lampen over te schakelen.

In 1920 werd Schijndel aangesloten op een electrisch lichtnet.

 

Een ander voorbeeld van een openbare voorziening ten behoeve van de lokale gemeen­schap was de dorpspomp. Iedereen mocht er gebruik van maken. In een tijd dat er nog geen waterleiding was gebeurde dat dan ook volop. Bovendien het was gratis. Verder was de dorpspomp bij brand van belang. Weliswaar niet in grote hoeveelheden maar de dorpspomp zorgde er voor dat men eigenlijk meteen bluswater tot zijn beschikking had. In 1939 kon de brandweer in Schijndel voor het eerst aansluiten op de waterlei­ding.

In 1936 werd van bakker Tijn van Liempd de onderstaande foto gemaakt. De dorpspomp stond op de hoek Hoofdstraat-Pompstraat. Het pand rechts achter de pomp is de kledingzaak van Ausems. Verderop is het gemeentehuis nog zichtbaar.

 

 

 

Politiek

Overheid en politiek staan in nauwe relatie met elkaar. Aan wie gezag wordt toever­trouwd en hoe er bestuurd wordt is in ons bestel uiteindelijk een politieke aangelegen­heid waar gekozen volksvertegenwoordigers invulling aan kunnen geven.

Pas vanaf 1919 vonden er algemene verkiezingen voor de gemeenteraad plaats waar zowel mannen als vrouwen aan konden deelnemen. Opvallend is het aantal "gegoede" gemeenteraadsleden -fabrikanten, welgestelde middenstanders en grote boeren. In 1919 kregen de arbeiders evenwel ook een vertegenwoordiger in de raad in de persoon van Toon Verkuijlen - de voorzitter van de R.K. Werkliedenbond.

In de hier beschreven periode had Schijndel de volgende burgemeesters: P.A. Verhagen (1874-1889)- B.J. Hulshof (1889-1890) - H.L. Manders (1890-1919) - J.J. Janssens (1919-1937) en W.J.N. Wijs (1937-1952). Gemeentesecretaris waren: J.A. van der Spank (1889-1916) - F.H. de Bruijn (1916-1930) en N.].]. Verhagen (1930-1968).

In 1923 werd onderstaande foto gemaakt van burgemeester en wethouders, de raadsleden en de gemeentesecretaris. Het raadslid Ant. Smits ontbrak.

 

 

Staand de raadsleden: J.A. Boland, J.J. van Geffen, Ant. Verkuij­len,

Chr. Wouters, A.J. Vugts, Mart. Schevers.

Zittend: Joh. van de Boogaard (wethouder), F.H. de Bruijn (secretaris), J.J. Janssens (burgemeester), J.W. Timmermans (raadslid), H.G.J. Bolsius (raadslid) en Adr. van den Oetelaar (Wethouder).

 

Ter gelegenheid van het koperen ambtsjubileum van burgemeester Janssens in april 1932 schoot een fotograaf het volgende plaatje.

 

 

Staand: J.J.M. van Liempd (ambtenaar), L.J. van Esch (gemeente­ontvanger), C.J.P. Heerkens (raadslid), H.P.C. Jansen (raadslid), Joh. van de Westelaken (raadslid), Chr. Wouters (raadslid), H.G.]. Bolsius (raadslid), A.J. Vugts (raadslid), Ant. Verkuijlen (raadslid), A.J.L. van Bokhoven (ambtenaar), Mart. Schevers (raadslid), Chr. van Weert (raadslid), Joh. van den Dungen (raadslid), P.J.M. van der Spank (ambte­naar) en Petr. Kastelijn (raadslid).

Zittend: N.J.J. Verhagen (gemeentesecretaris), Adr. van den Oetelaar (wethouder), J.J.P.M. Janssens (zoon van de burgemeester, tevens hier ambtenaar), mevrouw Janssens-Vullinghs, burgemeester J.J. Janssens, H.J.J.A.M. Janssens (dochter van de burgemeester) en G.J. van Esch (wethouder).

 

Bij landelijke verkiezingen stemde nagenoeg geheel Schijndel op de Rooms Katholieke Staatspartij. Het was zo iets als een verlengstuk van de katechismus: een katholiek stemde op de R.K.S.P. !

In 1937 kwam die "vanzelfsprekendheid" echter flink onder druk te staan. Ten gevolge van de landbouwcrisis stond veel boeren het water na aan de lippen. De landbouwcri­sispolitiek van de regering werd volstrekt onvoldoende en onrechtvaardig geacht. De Aktie-Bouwman verwoordde die gevoelens van ontevredenheid en leek de R.K.S.P. een gevoelig stemmenverlies toe te brengen. Een tegenaktie volgde: waar mogelijk werd de kiezer op het hart gedrukt om toch vooral de katholieke "zaak" te dienen. Uiteinde­lijk behaalde de Aktie-Bouwman in Schijndel bij de verkiezingen voor de Tweede Ka­mer 9 % van het aantal stemmen.

 

Veldwachters

Het bewaken van de openbare orde en de gezagshandhaving dient in elke gemeen­schap ter hand genomen te worden. Vanouds speelde de locale overheid daarin een be­langrijke rol.

Evenals tegenwoordig was er altijd wel iets aan de hand. Voor Schijndel gold als bijzon­derheid dat er in de uithoeken van het dorp zich lieden ophielden die de wet maar al te gemakkelijk aan hun laars lapten en overtredingen begingen.

Bekend is dat er aan het einde van de vorige eeuw een bende aktief was die reizigers op de weg van Schijndel naar Den Bosch overviel. Dungense boeren op (terug)weg naar (van) de markten in Helmond en Eindhoven verklaarden dat zij - wanneer zij ter hoogte van het Olie-eind waren gekomen - steeds beducht moesten zijn voor een over­val. Een nog veel beruchtere buurt was De Berg en omgeving - nabij de grens met St. Oedenrode. Zelfs veldwachters voelden zich er niet gemakkelijk. Veldwachter "d’n dikke Van Osch" schrok er in ieder geval niet voor terug en dwong daarmee respect af.

 

Of het aan de werkzaamheden lag of aan de salariëring F. Louwers hield het beroep van veldwachter voor gezien. Hij koos voor het rustige beroep van "brievengaarder" (functiebenaming voor postkantoorhouder).

Veel voorkomende delikten waren diefstal van hout (te gebruiken voor de hoepelmakerij enz.) en stroperij. Wat betreft dat laatste - sommige jagers zaten er nogal achter heen dat de veldwachters met name daar werk van maakten. Zo stelde Harrie Bolsius voor elke stroper die gepakt werd een premie van een gulden in het vooruitzicht. Nota bene - het salaris van een veldwachter was toen fl. 7,00 per week.

 

Rond 1900 telde Schijndel twee veldwachters, Harrie van Osch (geen familie van de eerdergenoemde "dikke van Osch") en Antoon Jonkers. Hieronder staat Jonkers met zijn gezin afgebeeld (foto 1904).

 

 

Antoon (in de wieg), Johan (op de stoof), Mina Jonkers-van Osch, Piet, Maria (met op haar hoofd de hoed van haar Eerste H. Communie), vader Antoon Jonkers (let op de sabel) en Christiaan.

Deze laatste werd later agent van politie in Oss. Wanneer hij in het weekend thuis op bezoek kwam deed hij in Schijndel dienst als onbezoldigd veldwachter.

 

Op de foto hieronder is "d’n dikke Huub van Osch" bij het begeleiden van een stoet te zien. Huub van Osch was in 1918 in dienst gekomen na het met pensioen gaan van de andere Van Osch. Tot zijn pensionering in 1940 was hij als veldwachter werkzaam. Hierna was hij nog een tijdje controleur voor de steunverlening en werkverschaffing.

 

 

Het politiebureau was gehuisvest in het gemeentehuis. De ingang was de deur op de begane grond, terwijl de ingang naar het gemeentehuis via het bordes liep.

Vanaf omstreeks 1918 waren er drie veldwachters in Schijndel. Daarnaast was er een nachtwaker in de persoon van A. Persons. Deze moest de sluitingstijd van de café's controleren. Verder was hij gemeentebode en lantaarnaansteker.

Tijdens de kermisdagen werd er nogal eens gevochten. Men kreeg dan ondersteuning van veldwachters uit omliggende dorpen.

 

P.T.T.

De Postwet van 1850 waarin was bepaald "in elke gemeente van het Rijk wordt achter­eenvolgens en zoodra de omstandigheden dit toelaten, eene gelegenheid tot het ontvangen en verzenden van brieven met post geopend' bleef voor Schijndel niet zonder betekenis. Van­af 1 maart 1851 was er in Schijndel een postkantoor gevestigd. Al te veel moet daar echter niet van voorgesteld worden. Het postkantoor was bij een particulier aan huis, waarbij een openstaande bovendeur of raam als loket fungeerde. Overigens tot 1852 moest de ontvanger van brieven de porto betalen.

Tot aan de Eerste Wereldoorlog had de postbode in Schijndel het niet erg druk. Slechts "bijzondere" personen en de hier gevestigde bedrijven zagen de postbode min of meer regelmatig verschijnen.

Post- en telefoonkantoor stonden los van elkaar. Werd er in 1893 al gesproken over de vestiging van een rijkstelefoonkantoor, het duurde tot 1901 voordat die er ook daadwerkelijk kwam. Het werd gevestigd in het huis van J. Mallens senior, terwijl zijn zoon als eerste telefonist dienst ging doen. In 1905 kwam er een aparte spreekcel.

 

Een flinke groei in het briefverkeer trad op tijdens de mobilsatie 1914-1918. Vele Schijndelse jongens moesten 's konings wapenrok aantrekken, wat leidde tot een le­vendige correspondentie over en weer. Verder waren er in Schijndel tijdens de Eerste Wereldoorlog behoorlijk wat militairen gelegerd. Hun verblijf hier betekende eveneens een stijging van het briefverkeer.

Het postkantoor in Schijndel had inmiddels een "eigen" accomodatie gekregen. Dien­de eerst het huis van de "brievengaarder" als postkantoor, in 1914 werd de P.T.T. ge­huisvest in een nieuw gebouwd rijksgebouw aan de Hoofdstraat.

Schijndel telde na de Eerste Wereldoorlog al spoedig meer dan 10 postbodes. Een groot aantal, zo op het eerste gezicht. Bedacht moet echter worden dat het hier vooral ging om hulpbodes, die ook nog ergens anders een bron van inkomsten hadden. Immers de aanvoer van post was te onregelmatig om ze full-time in dienst te nemen.

 

 

Eén van die part-time postbodes was Toon Verkuijlen (zie foto), (me­de)oprichter van en drijvende kracht achter de plaatselijke afdeling van de R.K. Werk­liedenbond. Daarnaast was hij gedurende vele jaren raadslid.

 

Directeuren van het Schijndelse postkantoor waren: C. Hutten (1915-1923) - N.M. Nu­mans (1923-1930) en H.M. Scholte (1930-1938). Vanaf 1 mei 1938 tot 1947 had het Schijn­delse postkantoor de status van hulp-postkantoor. Dit hield verband met de crisis van de jaren dertig en de kostenbesparingen die ten gevolge daarvan doorgevoerd werden. Door de status van het postkantoor te verlagen kwam de functie van directeur te ver­vallen en kon er zo op de salariskosten bespaard worden.

In zijn algemeenheid werd de deelname aan het postverkeer steeds populairder. Post werd bij uitstek een communicatiemiddel voor het grote publiek. Hierdoor én door de groei van de bevolking was er een sterke stijging van het postverkeer.

In 1938 of daaromtrent werd deze foto van Schijndelse postbodes gemaakt.

 

 

Do­rus van de Veerdonk, Hermes, Harrie Steenbakkers, Driek van der Heijden, Christ Steenbakkers, Peters, Janus Steenbakkers, Janus Kapteijns, Willie Peters, Toon Hermes en Christ Lammers.

 

               

 Terug naar Schijndel 1880-1940